Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Nu, zo zijn voor mij ingebracht de wijzen [en] de sterrekijkers, om dit schrift te lezen, en deszelfs uitlegging mij bekend te maken; maar [49]zij kunnen de uitlegging [50]dezer woorden niet te kennen geven. 49. Te weten de wijzen en sterrenkijkers. Ook konden de koning en zijne vorsten het niet lezen. Zie wijders boven vs.8; maar Daniel heeft het gelezen door het ingeven van God, die gewild heeft dat Daniel, dien men als vergeten had, nu hierdoor wederom in kennis zou komen. 50. Chaldeeuws, van dat woord. Alzo onder vs.26.